De duurzame uitvaart hoeft niet duur
Marieke Henselmans heeft een nieuw boek uitgebracht. “De duurzame uitvaart hoeft niet duur”.
Sylvia Witteman schreef het voorwoord voor dat boek.
1 keer raden wie de uitvaart heeft verzorgt van de overleden vader van Sylvia!
Mijn schoonmoeder stierf, toch nog onverwacht, zoals dat heet. Bedroefd (maar dankbaar) stortten wij, haar nabestaanden, ons in de armen van een grote uitvaartonderneming. Er vielen bloemzoete woorden als ‘liefdevolle aandacht’, ‘ontzorging’, ‘vakmanschap’, ‘warmte’ en ‘oog voor detail’. Nou, dat klonk goed, vooral omdat wij zelf bezig waren met rouwen. En omdat we, net als de meeste mensen, geen verstand van hadden van uitvaarten. Fijn dat het allemaal geregeld werd! Of wij de begrafenis een beetje duurzaam wilden hebben, wilde het bedrijf weten. Jazeker, wij zijn, ook weer net als de meeste mensen, helemaal vóór duurzaamheid! Bespottelijk, om iemand te begraven in een luxe grafkist van zwaar gelakt mahonie met koperen handgrepen. Heel slecht voor het klimaat. En bovendien zonde van het geld, zo’n sjieke kist die tóch meteen de grond in gaat. Het werd een kist van mycelium, een mooi woord voor ‘paddenstoelen’. We maakten daarmee, ik citeer: ‘een respectvolle keuze voor wie iets terug wil doen voor de natuur en de wereld beter wil achterlaten voor toekomstige generaties.’ Prachtig toch? De kist zelf bleek, op de begrafenis, verre van prachtig. ‘Hij ziet eruit als zo’n koeldoos van piepschuim op de visafslag’, fluisterde ik tegen mijn dochter (die het op een ongepast giechelen zette). Maar ach, wat deed het ertoe? Die kist ging inderdaad meteen de grond in, waar hij – volgens de prospectus – ‘binnen 45 dagen zou afbreken en de natuur zou verrijken’. Dat hij bijna € 1.500 had gekost, daar hadden we met al die ‘ontzorging’ en ‘liefdevolle aandacht’ zo’n beetje overheen gelezen. We vonden het een hoop geld voor een stuk champignon-piepschuim, dat wel. Die hele begrafenis bleek trouwens achteraf gruwelijk duur. Maar ja, voor een dierbare dode is alleen het beste goed genoeg, nietwaar? Dus: zand erover. Ruim een jaar later stierf mijn vader. Zijn dood kwam niet onverwacht. Ik had van tevoren ruim de tijd om Marieke Henselmans’ Laat je niet kisten door de commercie te lezen. Op haar advies raadpleegde ik een kleine uitvaartondernemer. Het bleek een gouden greep. Wéér liefdevolle aandacht, vakmanschap, oog voor detail en ontzorging, maar nu écht. En bovendien: deze ondernemer bleek ‘transparant’. Dat klinkt vaag, maar scheelt ontzettend veel geld. Wij kregen van tevoren uitgebreid te horen wat alles ging kosten en waar we op konden besparen. Wij namen bijvoorbeeld geen peperdure paddenstoelendoos, maar een fraaie, beschaafde kist van onbehandeld vurenhout. Ook duurzaam, maar dan voor € 300. Dat scheelde! Van het verschil konden we de begrafenisgasten een extra lekker borrelbuffet voorzetten, geheel in de geest van wijlen mijn vader. Het was een mooie uitvaart. Ik bewaar er louter prettige herinneringen aan. Zeker, ook voor mijn vader was alleen het beste goed genoeg, maar ik ben toch blij dat we daar niet, uit onwetendheid, de hoofdprijs voor hoefden te betalen. En dat allemaal dankzij de tips van Marieke Henselmans. Zij heeft zich uitputtend in de uitvaartmaterie verdiept, zodat wíj het niet hoeven te doen. Dat doet ze ook weer in haar nieuwe boek De duurzame uitvaart hoeft niet duur, waarin ze overzichtelijk uitlegt dat ook een duurzame uitvaart inderdaad niet duur hoeft te zijn. Waarvoor hulde!